2012-06-20

JERUSALEM - Majd Khalifeh, Pieter Stockmans en Xander Stockmans vroegen in 2011 een beurs aan bij het Fonds Pascal Decroos en trokken vijf maanden door Noord-Afrika en het Midden-Oosten op zoek naar de dromen van de mensen daar. Uit dat online project, Tussen Vrijheid en Geluk, kwam nadien de spin-off Stateless voort, een documentaire die werd uitgezonden tijdens het Canvasprogramma Vranckx. Er zijn ook plannen voor een boek. Een terugblik op de making of.

Jullie hebben het de laatste weken waarschijnlijk al uitentreuren moeten doen, maar vertel nog eens kort hoe het idee tot stand kwam.
Majd: Ik ben opgegroeid in verschillende Arabische landen. Al een hele tijd droomde ik ervan om als volwassene terug te keren en een reis doorheen die wereld te maken. Het duurde bijzonder lang voor ik uiteindelijk de nodige reisdocumenten kreeg. Toen het eindelijk zover was, was ik dolenthousiast, maar ik wilde het niet alleen doen. Pieter en ik kenden elkaar al vijf jaar en omdat hij dankzij zijn job bij Amnesty International al zeven jaar reiservaring had in Israël en Palestina, zag ik in hem de ideale reisgezel. Xander legde op zijn beurt alles vast als kunstenaar/fotograaf.

Pieter: Terwijl Majd rondliep met het idee om een reis te maken door de landen van zijn kindertijd, was ik in mijn job vooral bezig met Israël, Palestina en Libanon. Ik droomde er al lang van om ook de andere landen in de regio te leren kennen en heb dus letterlijk geen seconde moeten nadenken toen hij me vroeg mee te gaan.

Hoe hebben jullie je op de tocht voorbereid?
Majd: Heel simpel: we hebben een landkaart opgehangen op Pieters appartement en zijn beginnen dromen. (lacht)

Pieter: In maart 2011 zijn we begonnen met de planning. We moesten in eerste instantie twee vragen beantwoorden voor onszelf, met name ‘waar gaan we naartoe?’ en ‘wat gaan we onderzoeken?’. Vooral op die tweede vraag was er geen voor de hand liggend antwoord. Uiteindelijk besloten we te focussen op twee abstracte, brede concepten, vrijheid en geluk, zonder dat we op voorhand een idee hadden van wat dat betekende voor de mensen daar.

Majd: Die concepten moesten we natuurlijk concreet gaan invullen. Vrijheid. Wat is dat? Is dat politieke vrijheid? Economische vrijheid? Vrijheid van religie? We besloten vragen te bedenken waarop de antwoorden ons iets zouden zeggen over al die verschillende niveaus van vrijheid om aan de mensen die we onderweg tegenkwamen voor te leggen. Voor geluk deden we hetzelfde.

Pieter: We kozen doelbewust voor heel simpele vragen waarop een open antwoord mogelijk is. Wat betekent god voor jou? Wat betekent familie voor jou? Wat wil je later aan je kinderen doorgeven? Waarvan word je kwaad? Telkens heel persoonlijke vragen die niet rechtstreeks verbonden zijn aan de revolutie of de huidige stand van zaken in de Arabische landen. Door ons niet te beperken tot evidente vragen zoals ‘wat heb je meegemaakt?’, konden we echt doordringen tot het leven van die mensen. En dat was precies de bedoeling. Maar daar lag ook de grote uitdaging. Een Syrische vluchteling zal bijvoorbeeld heel snel beginnen praten over zijn situatie zoals ze daarnet, gisteren, vorige week of vorige maand was. En daar kwamen wij aansjokken als journalisten die het wilden hebben over wie zij zijn.

Majd: We hebben ons ook aan dat uitgangspunt gehouden. Waar veel andere journalisten meteen vragen zouden beginnen afvuren, maakten wij vaak eerst tijd om samen te zitten en samen te leven met de mensen die we wilden ‘interviewen’. We wilden hen leren kennen, in hun wereld binnenkomen. Dat liet ons toe niet enkel te focussen op hun woorden, maar ook op hun daden. Zo wilden we de mensen leren kennen zoals ze zijn, eerder dan zoals ze zich misschien zouden willen voordoen.

Wanneer beslisten jullie om het project ook in een tv-reportage te gieten?
Pieter: Voor alle duidelijkheid: het was eigenlijk totaal niet de bedoeling om van Tussen Vrijheid en Geluk een tv-reportage te maken. Het is allemaal heel toevallig gegaan. We kwamen regisseur Senne Dehandschutter tegen toen die zelf bezig was met een project over Lampedusa. Een van de plaatsen die op onze route lag, was toevallig Zarzis in Tunesië, een plaatsje vanwaar heel veel vluchtelingen naar Lampedusa vertrekken. Voor Senne was het dus ideaal om met ons mee te gaan. Majd zat op dat moment in de procedure om een visum aan te vragen zodat hij als Palestijn zijn eigen land zou mogen bezoeken. Senne zag daar onmiddellijk een enorm interessant project in. En zo geschiedde. Ik verbaas me er nog steeds over hoe het kan dat onze drie paden elkaar gekruist hebben, er lijkt haast een beetje magie in spel.

Majd: Senne is geen Midden-Oostenspecialist. Hij kent de details van het Israëlisch-Palestijnse conflict niet en dat was ook goed zo. Op die manier waren we zeker dat de reportage neutraal en onbevooroordeeld zou zijn. Dat wilden we echt. We wilden een open vizier houden en filmden daarom zoveel mogelijk. Daardoor hadden we op het einde 80 uur beeldmateriaal, dat we uiteindelijk moesten reduceren tot één uur.

Hoe is de reportage uiteindelijk bij Vranckx beland?
Majd: Als filmmakers moesten Senne en zijn productiehuis Earth View natuurlijk sowieso nadenken waar ze hun product aan de man konden brengen. Ik heb Senne aangeraden een mail te sturen naar Rudi Vranckx omdat ik Rudi kende van toen ik als vertaler met hem werkte voor De Vloek van Osama. Senne heeft dan een meeting geregeld waarop wij het idee hebben voorgesteld. Rudi was meteen heel enthousiast, maar ook realistisch. De kans dat ik een visum zou krijgen was klein en zonder die invalshoek was er geen verhaal. Uiteindelijk is het gelukkig wel gelukt.

Zijn jullie tevreden van het resultaat?
Pieter: Ontzettend! Maar we benadrukken altijd dat de documentaire iets anders is dan Tussen Vrijheid en Geluk. Terwijl dat initiële project immers heel breed gaat over de mensen en hun levens in de Arabische wereld, was Stateless de zoektocht naar vrijheid en geluk van Majd zelf. Voor een tv-reportage was dat een erg aantrekkelijke invalshoek, omdat Majd als staatloze op een heel concrete manier op zoek ging naar zijn roots. Maar ook omdat hij zich, net doordat hij niet gebonden is aan een nationale identiteit, misschien ook wel vrijer voelde en vrijer kon gedragen.

Had de reportage een impact op het project?
Pieter: Dat was echt waanzinnig. Om je een indicatie te geven: een derde van al onze likes op Facebook hebben we gekregen in de twee weken die volgden op de Vranckx-uitzendingen. Maar zoals ik al zei hebben we in alle interviews die we voor Stateless hebben gegeven – en dat waren er veel – ook gewezen op het initiële project. Vranckx was een platform waar we heel dankbaar voor zijn, maar de uitdaging is nu om al die kijkers duidelijk te maken dat er meer is dan Stateless.

Majd: Stateless betekende heel veel voor mij. Het was een geweldig subproject en een geweldig succes, maar daarnaast zit het potentiële succes van Tussen Vrijheid en Geluk, en dat mogen we niet vergeten. Dankzij Vranckx hadden we opeens een publiek van 200.000 mensen. Het is zaak om die proberen mee te krijgen naar Tussen Vrijheid en Geluk.

Pieter: We zijn momenteel ook aan een boek bezig, dus die extra aandacht was uiteraard welkom. In het boek pakken we het weer wat abstracter aan en gaan we in op de dingen die mensen verdelen en de bevrijding daarvan. Joden versus Arabieren, sjiieten versus soennieten, enz. Ook daar weer is de positie van Majd uniek. Hij heeft geen nationale identiteit en zit daardoor niet vast in een hokje waar haat tegenover ‘de andere’ gepredikt wordt. Dat is wat de bevolkingsgroepen in het Midden-Oosten zullen moeten leren: loskomen van hun identiteit, van sektarisme.

Majd: Ik heb de indruk dat er vroeger, toen ik op school zat, nog niet zo gefocust werd op groepsidentiteit, maar dat dat langzaam veranderd is… Wij proberen voor het boek mensen te zoeken die hun ‘sektarisch masker’ hebben afgeworpen. Mensen die misschien wel afkomstig zijn uit een bepaalde familie of groep, maar die in hun ziel veranderd zijn, gewoon mens zijn. Dat heb ik ook gedaan: ik ben een moslim, maar ik reisde en ontmoette andere mensen als mens.

Wat zien jullie als de grootste obstakels voor jonge reportagemakers vandaag?
Majd: Heel veel jonge journalisten hebben schrik dat ze geen kansen krijgen. En ergens klopt dat ook wel. Wij hebben het zelf ook meegemaakt. Toen we met Tussen Vrijheid en Geluk begonnen, contacteerden we enkele krantenredacties met de vraag of ze geïnteresseerd waren. Maar de mainstream media staan niet open voor vernieuwing. Zo kregen we bijvoorbeeld het antwoord van een redactie dat ze geen samenwerking zochten omdat ze ‘al iemand hadden in het Midden-Oosten’. Ze blijven vasthouden aan één verslaggever en dus één spoor en dat is jammer, want kranten zouden nieuwe ideeën, nieuwe mensen moeten omarmen. Dat is het mooie aan het initiatief van Vranckx en het Fonds Pascal Decroos. Zij geven mensen met weinig ervaring kansen om ervaring op te doen. Wij zijn misschien niet de Robert Fisks van België, maar we kunnen wel een goeie reportage maken.

Pieter: Het is moeilijk om snel door te stromen tot de mainstream media. Kranten geven jonge journalisten nog zelden de mogelijkheid om hun talent te ontplooien. Je moet opboksen tegen de groten. Langs de andere kant zijn er vandaag ook veel meer mogelijkheden voor jonge mensen. Wij hebben Tussen Vrijheid en Geluk gepubliceerd op verschillende platformen: de MO*-blog, onze Facebookpagina en het YouTube-kanaal. Het was van in het begin de bedoeling om multimediaal te werken, omdat we het interactief wilden maken. De journalist van de toekomst zal ervoor moeten zorgen dat zijn lezers de totstandkoming van het product kunnen volgen: hoe hij werkt, hoe hij reist enz. En daar hebben jonge reportagemakers een serieus voordeel. Daarvoor moeten organisaties als het Fonds Pascal Decroos wel blijven bestaan. Zonder hen hadden we dit project niet kunnen realiseren. We hebben allebei onze andere job die we niet zomaar zes maanden opzij hadden kunnen zetten als we geen andere bron van inkomsten hadden gehad. Als maatschappij moeten we beloftevolle jonge journalisten kansen blijven geven. Als je hen goed voorbereidt en begeleidt, dan kan daar iets heel moois uit voortkomen. Enkel zo voeden we talent in België en kunnen we een nieuwe generatie journalisten creëren.

Auteur: Rafael Njotea
Foto: (c) Xander Stockmans