CEUTA/MELILLA - Cuta (75,000 inwoners) en Melilla (65,000 inwoners) zijn twee Spaanse autonome steden aan de Middellandse Zee in Noord-Marokko. De twee enclaves vormen de enige landsgrens van de Europese Unie met het Afrikaanse continent, en zijn daarom aantrekkingspolen voor Afrikaanse (economische) migranten op weg naar de EU. De gebieden zien eruit als versterkte burchten, met hoog hekwerk, wachttorens, patrouilles te land en ter zee. Fort Europa dus, hermetisch afgesloten van het Afrikaanse continent.
In 2005 vonden zeventien migranten de dood toen het hek werd bestormd. Daarop werden de veiligheidsmaatregelen drastisch uitgebreid. Het hek werd verhoogd tot zes meter en voorzien van camera’s, infraroodsensoren, scheermesdraad en een sproei-installatie met pepperspray over de hele lengte. De doorstroming daalde drastisch: in 2004 drongen nog 55.000 migranten Melilla binnen, in 2010 waren dat er nog maar 1000.
Migranten zoeken uiteraard andere manieren om de EU te bereiken, onder meer door met bootjes de Straat van Gibraltar over te steken. Vluchtelingen die Ceuta of Melilla wél bereiken, zitten gelijk in een ‘gouden kooi’. Velen zitten er jarenlang vast, wachtend op de afhandeling van hun dossier.
Elke dag komen 15.000 Marokkanen levensmiddelen inslaan in taxfree Melilla. Voor de Spaanse autoriteiten perfect legaal – Ceuta en Melilla genereren veel inkomsten uit die handel –, maar Marokko beschouwt het als smokkel. De portadores of dragers betalen smeergeld aan de Marokkaanse douane en politie om hun goederen de grens over te krijgen. Sommigen smokkelen per auto, door de levensmiddelen te verstoppen in wielen, portieren, stoelen en zelfs in de motor.
MAGAZINE
- Het hek rond Fort Europa (Knack, 16 februari 2011)
- “Me fascina Ceuta, un lugar singular, ciudad europea en territorio de África” - (El Faro de Ceuta, 12 januari 2011)