2004-03-06

BAGDAD - "Vroeger droegen we een minirok, nu een hoofddoek"
Irak heeft sinds deze week een interimgrondwet, waarin onder meer te lezen staat dat na de eerste democratische verkiezingen minstens 25 procent van de parlementsleden vrouw moet zijn. Klinkt goed, maar de Iraakse vrouwen zijn er niet gerust op. "Zodra de sjieten hier de macht krijgen, kunnen wij, vrouwen, onze rechten wel vergeten."

Irak is een land waar een groot deel van de vrouwen goed opgeleid is en, in vergelijking met omringende landen, altijd veel vrijheden had. Velen piekeren er niet over een hoofddoek te dragen en heel veel vrouwen werken; ze bekleden vaak zelfs zeer belangrijke posities. De onveiligheid na de oorlog (net na de oorlog werden heel wat vrouwen verkracht en gewelddadig aangevallen, iets wat vòòr de oorlog zelden gebeurde) heeft ervoor gezorgd dat een groot deel van de vrouwen en meisjes thuis blijft want echtgenoten en vaders vinden dat op het moment een beter idee. Vaak zijn vrouwen zelf ook te bang om alleen op pad te gaan. Steeds meer van hen kiezen ervoor toch maar een hoofddoek te dragen omdat ze denken dat dit wat meer veiligheid geeft.

Dit heeft natuurlijk grote gevolgen voor de rol van de vrouw tijdens de reconstructie van het land. Mohr meent dat het belangrijk is dat vrouwen van het begin af aan meedoen aan dit proces en het lijkt erop alsof de Amerikanen dat ook aanmoedigen. Het is namelijk van groot belang dat er meer vrouwen bij de politiek van deze regio betrokken raken.

Er zijn nieuwe Iraakse vrouwenorganisaties opgezet maar het is onder de gegeven omstandigheden moeilijk om vrouwen te motiveren. Daisy Mohr zocht Iraakse vrouwen op die ondanks de onveilige situatie toch deelnemen aan de reconstructie van het land. Met de steun van het Fonds schreef ze over de effecten van de onveilige situatie in Irak op vrouwen en wat de werkomstandigheden zijn voor de vrouwen die wel besloten hebben deel te nemen aan de reconstructie.

Daisy Mohr

Daisy Mohr is multimediale correspondent voor NOS Nieuws en Nieuwsuur in het Midden-Oosten met als standplaats Beiroet.
€ 1.000 toegekend op 19/11/2003
ID
FPD/2003/246

PRINT/ONLINE