'Voor de journalist is het Fonds Pascal Decroos een niet te versmaden hulp'

(BRUSSEL, 10/12/2002) - Een jurylid dat uit de anonimiteit treedt, voelt zich als een kleiduif, vooral als zoiets de eerste maal gebeurt en twee van zijn drie collega’s zich nog in hun naamlooheid kunnen koesteren.

Ik heb mezelf als schietschijf aangeboden omdat er een vorm van gewenning is ontstaan na de bakken collegiale kritiek die ik over mij heen kreeg voor mijn boeken Persvrijdal en Geen blad voor de mond.

Samen met Karel Anthierens verlaat ik na twee jaar de jury van het Fonds Pascal Decroos om vervangen te worden door even anonieme collega’s.

Ik zal de hartelijke, onbevooroordeelde, open en pittige discussies missen van onze driemaandelijkse beraadslagingen. Er was geen traditie noch jurisprudentie. Wij moesten zelf richtlijnen voor onze beoordeling uitwerken. Alle dossiers werden op hun intrinsieke waarde geëvalueerd.Na een drietal vergaderingen was het opvallend hoe driekwart van de aanvragen vanwege de vier juryleden een gelijkaardige appreciatie kregen. Routine? Camaraderie? Allicht. Daarom getuigde het van wijsheid om elke twee jaar de helft van de jury te vernieuwen. Ik hoop dat de nieuwkomers in dezelfde prettige, niet-conflictueuze geest zullen samenwerken.

Weinig echte onderzoeksjournalistiek

Is de journalistiek na twee jaar verbeterd? Het zou van arrogantie getuigen dat te durven zeggen. Wel zagen enkele waardevolle projecten het licht die zonder het Fonds niet zouden zijn gerealiseerd.

Naar mijn smaak worden er zeer veel ‘bijzondere journalistieke projecten’ ingediend, maar de echte investigatiejournalistiek blijft in de schaduw. Bovendien waren inzake de geschreven media vele projecten bestemd voor de non-fictie boekenmarkt en weinig voor dag- en weekbladen.

Er bestaat kennelijk een schroom bij hoofdredacteurs om hun investigatieplannen op voorhand kenbaar te maken en aan een anonieme jury voor te leggen. Ik kan ze begrijpen maar de feiten staven hun argwaan niet. De juryleden, zo is gebleken, zijn van een uiterste discretie, nooit is een juryrapport voortijdig uitgelekt en voor dringende aanvragen konden we in enkele dagen tijd een beslissing nemen.

Allicht moet aan een formule gesleuteld worden waarbij het Fonds aan journalisten met investigatie-ervaring een beurs kan toekennen voor een min of meer anoniem project. De evaluatie zou dan achteraf gebeuren met uiteraard het risico op gehele of gedeeltelijke terugbetaling.

Niet populair

De investigatiejournalist is meestal niet de meest populaire collega op een redactie. Investigatie vergt tijd en geduld. Terwijl de anderen zich kromwerken om de actualiteit te verslaan, kan hij dossiers lezen,naar onbestemde plaatsen trekken, wekenlang ‘onproductief’ zijn.

Als de investigator echt iets naar boven kan spitten, ontstaat er een kortstondige euforie op een redactie. Maar die verdwijnt zeer snel onder rechtzettingen, klachten en verwijten vanuit het establishment en laatdunkende reacties van andere bladen. Hij kan er vast vanop aan dat een weldenkende hem zal verwijten dat hij zich begeeft op het gevaarlijke pad van rexisme en poujadisme of, erger nog, het Blok slapend rijk maakt.

Tien vuistregels

Investigatie blijft een boeiende vorm van journalistiek maar zit vol hinderlagen. Zelf geef ik aan mijn studenten een tiental vuistregels mee.

  1. De journalist moet beseffen dat hij kan gebruikt worden in afrekeningen bijvoorbeeld tussen partijen, tussen politiediensten, tussen personen, in echtscheidingsprocessen. Dit besef moet hem achterdochtig maken maar niet weerhouden de zaak verder te onderzoeken ook al ontdekt hij dat de bedoelingen van zijn tipgevers niet zuiver zijn.
  2. De journalist zal zoveel mogelijk documenten verzamelen en checken vooraleer de publicatie te beginnen. Nadien wordt dat veel moeilijker.
  3. De journalist moet zo mogelijk ter plaatse gaan kijken, de atmosfeer gaan opsnuiven alvorens iets op papier te zetten. De confrontatie met een concrete situatie onthult soms veel meer dan een rapport of een proces-verbaal.
  4. Het is aan te raden experten te raadplegen en niet te aarzelen een collega en/of de hoofdredactie in vertrouwen te nemen. Het voorkomt eigenwijsheid of blinde vlekken.
  5. Hij moet sluitende afspraken maken met zijn informanten. Vele informanten klappen dicht zodra het eerste artikel verschenen is of het eerste beeld getoond.
  6. hij zal nooit iets publiceren uitsluitend op basis van anonieme tipgevers of brieven. Die informatie blijkt soms wel waardevol voor verder onderzoek.
  7. Zelfbeheersing is een verplichte deugd voor de investigatiejournalist. Beter een dag later komen dan een onjuiste primeur vrij te geven.
  8. Ook zaken die de vermeende schuldigen of daders ter verontschuldiging kunnen aanvoeren, verdienen serieus te worden onderzocht. De journalist zal er zo objectief mogelijk ruchtbaarheid aan geven.
  9. De journalist zal met een zekere schroom vermeende daders ten tonele voeren. Hij zal niet afdalen in hun persoonlijke levenssfeer tenzij het een essentieel element van het dossier is. Niets terzake doende privézaken verzwakken vaak de kracht van het dossier.
  10. Hij zal niet veralgemenen of overdrijven. Aan te raden is een understatement in titels te gebruiken. ‘Minister is uitleg verschuldigd’ verdient voorkeur boven: ‘Minister zwom in oceaan van corruptie’.

Totdaar enkele bedenkingen na twee jaar Fonds Pascal Decroos. Het is een prachtig en soepel instrument en kan voortdurend worden bijgeschaafd. Voor de journalist is het een niet te versmaden hulp.

De bedragen die we mochten toekennen zijn niet gering: circa vijf miljoen frank per jaar. Als een grootbankier of een farmaceutisch bedrijf slechts een fractie van die som aan journalistieke prijzen spendeert, staat het op de eerste pagina of komt er een cameraploeg over de vloer. Het Fonds Pascal Decroos krijgt soms niet eens een vermelding voor projecten die dank zij zijn beurs werden gerealiseerd.

Hugo De Ridder
Uittredend jurylid

Info

Naam
Hugo De Ridder

Gesteunde projecten