IEPER - Zaterdag 6 maart kan je op Canvas 'Atra' bekijken, een documentaire waarin Alexandro Yaramis op zoek gaat naar zijn roots. Wanneer hij hoort dat er in het dorp van zijn vader, Geznakh, een kerk wordt gebouwd, besluit hij deze belangrijke reis te maken. Hij reist voormalig Noord-Mesopotamië af. Hij doorkruist Assyrische nederzettingen die middenin het conflict zitten tussen de Turkse staat en de PKK. Op vraag van het Fonds schreef Alexandro het verhaal achter het verhaal.
Als jonge storyteller ga ik graag op zoek naar de verhalen die verder reiken dan de landsgrenzen. De situatie van Assyriërs kreeg maar al te vaak een herberg in christelijke bronnen of media bestuurd vanuit de gemeenschap. Een plaats op het wereldtoneel was uit den boze. Mijn crew, Marcel Top en Louis Delbarre, en ik merkten dat op. Het was al een heuse uitdaging om een documentaire te maken over Assyriërs in het zuidoosten van Turkije. En dat is te wijten aan vele dingen. In dit geval; een pandemie, een gevaarlijk gebied, en daarenboven een minimum aan persvrijheid. Maar als journalist moet je door die dingen kijken. Want uiteindelijk moet je journalistiek stuk iets teweegbrengen.
Er was nog maar net een kerk gebouwd in Geznakh, het dorpje van mijn vader. En tijdens de voorbereiding was Turkije zeer prominent aanwezig in de politiek in het Midden-Oosten. Ook de Hagia Sophia werd weer een moskee. En dat was dubbel voor mij, om zoiets te zien gebeuren in een, voornamelijk, islamitisch land. Dus het kriebelde enorm om een back-to-my-roots te combineren met de actuele situatie van de Assyriërs, een christelijke minderheid, in het zuidoosten van Turkije.
En het ‘gevaar’ begint eigenlijk al bij het binnenvliegen in het Turkse luchtruim. Dan kan je al niet meer terug. Natuurlijk arriveren we daar, met al ons materiaal en worden er vragen gesteld. Daar wordt de dekmantel in het leven geroepen. Een filmtoelating had ik niet aangevraagd. Uit bronnen had ik vernomen dat er tal van Turkse spionnen zijn die alles volgen. Voor dit onderwerp was dit niet ideaal, vandaar de keuze om ‘undercover’ te werken.
De hele reis was eigenlijk verdeeld in twee stukken; Turks-Syrische grens én Turks-Iraakse grens. Voor het deel dat werd opgenomen aan de Turks-Syrische grens werkten we vanuit ons hotel in Midyat. We liepen elke dag het risico om gepakt te worden en ons materiaal kwijt te spelen. Doormiddel van online clouds en elke dag, alles, te verwijderen van onze geheugenkaarten konden we werken. Ik zorgde er ook voor dat er nooit roomservice kwam. Want de laptops van de crew moesten constant in het stopcontact zitten om alles over te zetten. Wifi op hotel is niet van topkwaliteit, dus het overzetten duurde altijd een tijdje. Onze kamer leek haast op een KGB-kamer. Vol met tape, laptops en camera’s.
Het gebied aan de Turks-Iraakse grens doet mij denken aan de bezette gebieden in de Westbank. Het landschap wordt gekleurd door tal van checkpoints en zwaarbewapende militairen. En het conflict voel je pas wanneer je in Assyrische dorpen, zoals Meer, een groot aantal kogelhulzen vindt. Visuele resten van confrontaties tussen Turkse helikopters en PKK-guerrilla’s. Je voelt dat het gevaar constant om de hoek loert. En dat is ook eigen aan het gebied. Het conflict verschijnt in pieken en dalen. Zo was er, één week voor aankomst, opnieuw een confrontatie tussen de Turkse staat en de PKK.
Los van al die hindernissen heb je ook nog de angst die leeft bij zowel Assyriërs als Koerden. In vele dorpen leven deze twee groepen samen. Beide zijn ze minderheidsgroepen en hebben ze duidelijk angst voor de Turkse autoriteiten. Koerden hebben vooral angst om openlijk, voor een camera, hun steun te uiten aan de PKK. Aangezien die laatste de grootste vijand is van Turkije, al meer dan 30 jaar. Wat betreft de Assyriërs; die zitten met een dubbele angst. Want soms leven zij samen met PKK-leden of pro-PKK supporters. En dan is het niet evident om dat voor de camera toe te lichten. Anderzijds worden alle vormen van kritiek op de staat, in de kiem gesmoord. Toch ben ik tevreden dat we, ondanks al het gevaar, de mensen voor een camera konden krijgen. Hun stem zal nu eindelijk gehoord worden.
Alexandro Yaramis, Ieper, 17 februari 2021