2010-11-29

ÜRMQI - De Chinese provincie Xinjiang in het noordwesten van China is zo groot als Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje en Duitsland samen, maar toch is zij voor velen van ons een blinde vlek. Het is één van de regio’s op de aardbol die het verst van de zee verwijderd ligt. Xinjiang grenst aan Mongolië, Rusland, Kazachstan, Kyrgyzstan, Tadzjikistan, Pakistan, Afghanistan en India. Het is een gebied op een raakvlak tussen culturen.

In 2008 - na al 20 jaar af en aan periodes in China te verblijven en heel China verschillende malen te doorkruisen - bracht Jeanne Boden voor het eerst een bezoek aan de provincie Xinjiang. Ze stelde er vast dat dit gebied een diversiteit kent die velen van ons onbekend is: een smeltkroes van culturen aan het eind van de wereld. Het gebied staat onder controle van de centrale Chinese regering, is heel Chinees en tegelijk heel on-Chinees. Xinjiang grenst aan Rusland, Mongolië, Kazakstan, Kyrgistan, Tajikistan, Afghanistan, Pakistan, en India. Er heerst een klimaat dat nauwelijks geschikt is voor menselijk leven met temperaturen van min 30 tot plus 48, met felle woestijnwinden die met de regelmaat van de klok de wegen onder zand en gesteente doen verdwijnen, een van de gebieden op de aardbol die het verst van de zee verwijderd liggen. Niet enkel de ligging in Centraal-Azië, ook de woestijnen vol olievelden maken van Xinjiang een strategische plaats. Chinezen, Kazakhen, Russen, Oeigoeren, en vele andere etnische groepen leven hier met elkaar, boeiend maar niet evident. Wie de geschiedenis van dit gebied leest, beseft dat hier nooit rust zal zijn. Ook vandaag niet. Als Xinjiang het nieuws haalt is het met bomaanslagen of etnische onlusten. In tegenstelling tot Tibet, wat ook in het Westen van China ligt, hebben we bij Xinjiang echter de neiging om alles weer meteen te vergeten. Xinjiang, een regio zo groot als Engeland, Frankrijk, Spanje en Duitsland bij elkaar en toch voor de meesten van ons een blinde vlek.
 
Sinds 1978 is China bezig met een razendsnelle economische ontwikkeling. Na de economische ontwikkeling van het oosten van China, volgde het meer centraal gelegen gedeelte en sinds het eind van de jaren 1990 ook het Westen van China. Wegen en spoorwegen worden aangelegd tussen gebieden die eeuwenlang enkel met kameelkaravanen in verbinding stonden of in het beste geval met gammele bussen op slechte wegen. Infrastructuur brengt beweging en economische opleving. Daar zijn de meeste inwoners van Xinjiang erg blij mee. De economische ontwikkeling is echter een mes dat aan twee kanten snijdt. De ontwikkeling van Xinjiang achterwege laten zou wellicht ook voor onrust zorgen wanneer de rest van China ontwikkelt. Die ontwikkeling zet echter kleinere bevolkingsgroepen, of 'minderheden' zoals dat in China heet, onder druk.
De veranderde situatie van de Islam na 9/11 speelt zeker ook een rol in wat zich momenteel afspeelt in Xinjiang. Verschillende bevolkingsgroepen als de Hui en de Oeigoeren zijn Islamitisch. Dit project probeert een beeld te geven van de complexiteit van Xinjiang.

Af en toe haalt Xinjiang het nieuws, onder meer in 2008 met de bomaanslagen in Kashgar en in 2009 met de etnische conflicten tussen de Oeigoeren en de Han-Chinezen in Urumqi.

De regio is historisch ontvlambaar. Etnische spanningen zijn vandaag niet beperkt tot een bipolaire clash tussen Oeigoeren en Han-Chinezen, maar zij ontstaan vanuit een veelvoud aan factoren. Dit boek belicht de complexiteit van deze onherbergzame, exotische, boeiende en onvoorspelbare regio waar Han-Chinezen, Oeigoeren, Kazachen, Russen en vele anderen zoeken naar een evenwicht en een identiteit en waar het centrale beleid van Beijing soms verrassende gevolgen heeft op lokaal vlak.

Jeanne Boden

Jeanne Boden is professor in de Oosterse Talen en Culturen (Sinologie).
€ 5.535 toegekend op 7/09/2009.
ID
FPD/2009/734

BOEK

  • Titel: XINJIANG
    Subtitel: De nieuwe grens van China
    Uitgeverij: ACADEMIC & SCIENTIFIC PUBLISHERS (ASP) - ASP editions, Brussels
    ISBN: 978905487745
    Pag.: 192 blz.
    Datum publicatie: 16/10/2010