Van 1990 tot 1995, in Tory Kiliç’ kindertijd, was er een zeer intense burgeroorlog in de regio waar hij woonde: Mardin, in de Koerdische regio van Turkije. Hij was getuige van de nefaste gevolgen van deze oorlog inzake mensenrechten. In een periode van (gedwongen) verdwijningen, die ook één van zijn klasgenoten trof op school, wilde hij iets doen, hoe klein ook, om de dingen te veranderen.
Daarom voltooide Kiliç reeds tijdens zijn middelbare schooltijd een opleiding in het verzamelen van "Informatie en Documenten met Wettelijke Waarde" aan de Orde van Advocaten te Diyarbakir. Hij werkte ook samen met verdedigers van rechten, advocaten en verwanten van verdwenen personen. Na het middelbare onderwijs, studeerde hij journalistiek aan de Faculteit Communicatiewetenschappen van de Istanboel Marmara Universiteit. Later volgde hij ook cursussen sociale wetenschappen aan de Istanboel Ozgur Universiteit.
Kiliç heeft al zijn journalistiek werk besteed aan (gedwongen) verdwijningen en het juridisch documenteren van deze schendingen van de mensenrechten. De informatie en documenten die hij verzamelde vormden de basis van vele nationale en internationale rechtszaken. Verdwijningen worden beschouwd als één van de ernstigste schendingen van de mensenrechten ter wereld. Hij heeft ook deelgenomen aan heel wat veldonderzoek voor het documenteren van massagraven.
Als gevolg van deze inspanningen maakte hij zich zorgen over zijn eigen veiligheid. In 2017 besloot hij zijn geboorteland te verlaten en in ballingschap te gaan leven. In 2018 werd Kiliç in België erkend als politiek vluchteling. In 2024 verkreeg hij de Belgische nationaliteit. Hij woont samen met zijn partner en twee kinderen en zet zijn journalistieke werk op verschillende platforms voort.