Sinds 1999 kunnen ondernemingen voor de strafrechter verschijnen voor de misdrijven die ze plegen. Hoe vaak gebeurde dit? Hoe vaak niet? Om welke reden? Welke straf vroeg het parket als de zaak wel voor de rechtbank kwam? En welke straf sprak de rechter uit?
‘Je zal van de FOD Justitie nooit de cijfers krijgen waar je om vraagt,’ waarschuwde Paul De Hert, professor Strafrecht en Privacy aan de VUB. En inderdaad. ‘Deze vragen krijg ik regelmatig,’ zegt Ellen Van Dael, woordvoerder van de statistisch analisten bij het College van procureurs-generaal (de top van het parket): ‘Ik kan er niet op antwoorden omdat het systeem het niet toelaat.’
Het ontbreken van cijfers heeft verstrekkende gevolgen, zo getuigen een rits topspecialisten: het Federaal Parlement krijgt geen antwoorden, elke wetenschappelijke studie over strafrecht en ondernemingen blijft onafgewerkt, parketmagistraten vervolgen en rechters veroordelen zonder referentiekader, bedrijven kunnen geloven dat de pakkans klein is, het parket heeft geen cijfers om een beleid op te gronden en democratisch toezicht op de werking van Justitie is uitgesloten.
ONLINE:
Waarom niemand weet hoeveel bedrijven er voor de rechter moeten verschijnen - Knack, 25/04/2017.
Belastingsfraude: justitie werkt met slechte statistieken - Knack, 25/04/2017.